Onze aandacht richt zich op basisveiligheid

In 2019 gelden drie verplichte indicatoren basisveiligheid. Dit zijn:

  • Vroegtijdige zorgplanning
  • Bespreken medicatiefouten in het team
  • Aandacht voor eten en drinken

Daarnaast moeten er minimaal twee indicatoren worden gekozen uit een lijst van 7. Meriant heeft in overleg met clusterhoofden en behandelaren gekozen voor de indicatoren:

  • Vrijheidsbevordering
  • Continentie
Vroegtijdige zorgplanning

Onderdeel van het opnamegesprek met de cliënt is het onderwerp vroegtijdige zorgplanning. Bijna alle cliënten hebben tenminste één afspraak over behandeling rond het levenseinde vastgelegd. Het gaat dan over een afspraak over het wel of niet reanimeren en/of welk beleid moet worden toegepast in de laatste levensfase. Een standaardvraag in het zorgplan van de cliënt is ook welke overige wensen de cliënt heeft ten aanzien van zijn levenseinde.

Bespreken medicatiefouten in het team

Medicatiefouten worden binnen Meriant binnen het team besproken. Het bespreken heeft als doel om te leren van medicatiefouten. Elke afdeling binnen Meriant heeft een aandachtsvelder medicatie. Deze aandachtsvelder heeft een omschreven rol in de verbetercyclus en de samenwerking in de keten.  

Binnen Meriant is een instrument beschikbaar om de medicatieveiligheid zelf of intercollegiaal te toetsen. Teams toetsen elkaar onderling en werken zelf aan verbetering. Ook zijn er Meriantbrede verbeterafspraken gemaakt naar aanleiding van de resultaten.

Aandacht voor eten en drinken

Eten en drinken is een nieuwe indicator basisveiligheid. Bij eten en drinken gaat het niet alleen om het voorkomen van ondervoeding en overvoeding bij een cliënt, maar ook om het genieten van eten en drinken en de ambiance tijdens de maaltijden. Binnen Meriant is eten en drinken gespreksonderdeel van het opnamegesprek en MDO-overleg. Er is in deze gesprekken aandacht voor welke wensen een bewoner heeft ten aanzien van eten en drinken, of er problemen zijn met slikken, of aangepast eten wenselijk is en of er hulp nodig is. Daarnaast worden er afspraken gemaakt over eten en drinken ter voorkoming/behandeling van overvoeding en ondervoeding. 

Vrijheidsbevordering

Uitgangspunt bij vrijheidsbevordering is dat het niet hoort bij goede zorg, het is nooit normaal en altijd tijdelijk. Meriant volgt de stappen van de nieuwe Wet zorg en dwang. In de nieuwe wet spreken we niet meer van 'vrijheidsbeperkende maatregelen', maar van 'onvrijwillige zorg'.

In 2019 is hard gewerkt om ons voor te bereiden op deze nieuwe wet. Omdat er een risico gesignaleerd is op onvoldoende kennis over de nieuwe Wet zorg en Dwang is fors ingezet op deskundigheidsbevordering en scholing. In 2019 zijn de volgende stappen gezet:

  • Het Team Onvrijwillige Zorg (TOZ-team) Alliade heeft presentaties en verplichte scholingen gegevens aan verschillende teams. Een e-learning voor medewerkers is in de maak.
  • Er is een proces rondom onvrijwillige zorg beschreven en voor medewerkers is op Intranet een themapagina aangemaakt. Zo is informatie over dit onderwerp goed toegankelijk voor iedereen.
  • Het goed vastleggen van afspraken in het plan van de cliënt is erg belangrijk. Het formulier ‘onvrijwillige zorg’ en koppeling van systemen is nog in ontwikkeling.
  • Naast het TOZ team Alliade is er gestart met TOZ-team Meriant. Hier wordt ingewikkelde casuïstiek besproken samen met begeleiders, specialisten ouderengeneeskunde, een psycholoog en adviseurs zorg en kwaliteit, zodat er verbinding wordt gelegd met de werkvloer.

Het jaar 2020 zal als een overgangsjaar worden gebruikt. Dit geeft de wetgever, de Inspectie (IGJ) en de zorgorganisaties de gelegenheid om alle zaken rondom onvrijwillige zorg, wetgeving goed te regelen. Vanuit het TOZ-team Alliade worden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten gehouden.

Continentie

Continentie is ook een nieuwe indicator basisveiligheid. Continentiezorg is onderdeel van het opnamegesprek en MDO-overleg. Doel is om afspraken te maken om incontinentie zoveel mogelijk te voorkomen. En bij incontinentie afspraken te maken, zodat een bewoner er zo min mogelijk ongemak van ondervindt.